Bittervoorn Rhodeus amarus Datum & tijd: De bittervoorn is één van de kleinste maar ook mooiste karperachtigen van Nederland. Herkenning De bittervoorn (Rhodeus amarus) behoort tot de familie van de karpers (Cyprinidae). Het is een kleine vis met een hooggebouwd zijdelings afgeplat lichaam. De flanken zijn zilverkleurig met een blauwgroene lengtestreep richting de staartwortel. In de paaitijd krijgen de mannetjes een paarse gloed en worden ze rood op de borst, de vrouwtjes ontwikkelen een legbuis vanuit de anaalopening. Ze kunnen maximaal 9 centimeter lang worden. De zijlijn is onvolledig (vier tot zeven schubben lang). Jonge exemplaren van andere karperachtigen zoals brasem en kolblei vertonen enige gelijkenis. In tegenstelling tot de bittervoorn hebben deze soorten een volledige zijlijn en een langere anaalvin. Kroeskarper en giebel hebben een langere rugvin. Ecologie Voortplanting De voortplanting vindt plaats in de periode van april tot september waarbij meerdere keren per jaar wordt gepaaid. Het mannetje zoekt hiervoor een zoetwatermossel, verjaagd andere mannetjes en lokt vruchtbare vrouwtjes richting de mossel. De vrouwtjes legt haar eitjes met behulp van haar legbuis in de kieuwholte van de levende zoetwatermossel terwijl het mannetje zijn hom vrijlaat bij de instroomopening van de zoetwatermossel. De larven blijven in de mossel tot ze ongeveer een centimeter groot zijn. Levenswijze De bittervoorn is een plantminnende soort. Ze leven hebben een voorkeur voor stilstaande tot langzaamstromende wateren met plantenrijke oevers. In Nederland bestaat hun leefgebied uit uiterwaardwateren in het rivierengebied, bredere vaarten en sloten in poldergebieden, plassen en de benedenlopen van riviertjes en beken.Gedurende het jaar zwemmen ze in kleine groepjes of schooltjes maar s' winters kunnen op beschutte plaatsen scholen van duizende bittervoorns ontstaan. De soort voedt zich hier met plantaardig en klein dierlijk voedsel. Verspreiding Het verspreidingsgebied van bittervoorn strekt zich uit van Nederland tot aan de Kaspische Zee, waarbij de soort niet voorkomt op de door zee omringde eilanden, Scandinavië, Spanje, Italië en Griekenland. Er zijn onderzoeken die erop duiden dat het verspreidingsgebied ooit beperkt was tot stroomgebieden aan de noordkant van de Zwarte Zee. De bittervoorn is mogelijk met karpertransporten in de middeleeuwen over Europa verspreid zijn en zo ook in Nederland terecht gekomen. Dit zou ook verklaren dat de soort Groningen en Drenthe niet heeft bereikt. De kern van de verspreiding in Nederland ligt in Noord-Holland, Zuid-Holland, Utrecht en langs de grote rivieren. Bedreiging en bescherming De bittervoorn is een vrij algemene soort in grote delen van Nederland. In de provincies Zeeland, Flevoland, Drenthe en Groningen komt bittervoorn nauwelijks voor. De soort is gevoelig voor eutrofiëring van het water waardoor waterplaten verdwijnen. Te intensief baggeren en schonen van watergangen is nadelig doordat waterplanten en de voor de voortplanting belangrijke zoetwatermosselen verdwijnen. De bittervoorn staat op bijlage II van de Habitatrichtlijn en is internationaal beschermd middels de Bern Conventie (bijlage 3). In Nederland is de soort beschermd onder de Wet natuurbescherming binnen de voor de soort aangewezen Natura2000-gebieden. Monitoring en trends Binnen het landelijk Verspreidingsonderzoek Zoetwatervissen, onderdeel van het Netwerk Ecologisch Monitoring (NEM), worden gegevens verzameld om te volgen hoe het gaat met de zoetwatervissen in Nederland. Voor een aantal soorten wordt gericht gezocht door vrijwilligers in door RAVON geselecteerde kilometerhokken. Daarnaast worden gegevens gebruikt die verzameld zijn middels andere monitoringsprogramma's (o.a. KaderRichtlijn Water), projecten en losse waarnemingen (Telmee.nl of Waarneming.nl). Op basis hiervan kunnen verspreidingstrends bepaald worden. Wil je hier zelf een bijdrage aan leveren, dan kun je voor meer informatie kijken op Verspreidingsonderzoek Zoetwatervissen. Zie ook Tel mee Printen 32437 Waardeer dit artikel Geen waardering