Bot Platichthys flesus Datum & tijd: De bot is de enige platvis die ook in het zoete water aangetroffen kan worden in Nederland. Herkenning De bot (Platichthys flesus) behoort tot de familie van de platvissen (Pleuronectidae). Het is een platvis, beide ogen bevinden zich aan de groen tot roodbruin gekleurde bovenzijde van het lichaam. Met de lichte onderzijde ligt de vis op de bodem. De zijlijn is ruw wanneer van de staart richting de kop gestreken wordt. Bot kan een lengte van 46 centimeter bereiken. In estuaria kan de soort verward worden met schol (heeft gladde zijlijn) en schar (heeft een bocht in de zijlijn en een geheel ruwe huid). Ecologie Voortplanting Bot plant zich voort in de periode februari-mei. De paaiplaatsen liggen op een diepte van 20 tot 40 meter, vaak op 50 tot 100 kilometer uit de kust. De larven laten zich na het uitkomen met de zeestroming meevoeren naar de kust , bij een lengte van ongeveer 1cm metamorfoseren ze tot platvis. Aangekomen bij de kust migreert een deel van de jonge botjes naar zoetwater om verder op te groeien. Hierbij kunnen ze wel honderden kilometers de rivier op trekken. Volwassen botten trekken in het jaar voorafgaand aan de voortplanting in de peroide september-november terug naar zee om daar voorgoed te blijven. Levenswijze De bot is een generalistische soort. Een aanzienlijk deel van de juveniele botten trekt naar brak en zoet water om op te groeien. Ze leven in zee, estuaria en de hiermee in verbinding staande zoete wateren. Ze hebben een voorkeur voor een vlakke zand- slik of kleibodem. Hierin kunnen ze zich ingraven waarbij ze toehappen wanneer een prooi nadert. Ze voeden zich met macrofauna, kleine kreeftachtigen en kleine vissen. Verspreiding Bot komt voor langs alle Europese kustgebieden, estuaria en de hiermee verbonden zoete wateren. In Nederland komt bot voor in estuaria en daarmee in verbinding staande wateren, de grote rivieren , het Noordzeekanaal en het IJsselmeer. In de Rijn worden jonge botten tot ver in Duitsland, grofweg tot Bonn, aangetroffen. Bedreiging en bescherming Bot is een minder algemene soort in het zoet water van Nederland. Aan het begin van de 20e eeuw, voor de aanleg van de Afsluitdijk en de Deltawerken, was de soort algemener. Door kanalisatie van de Maas verdween de soort hier grotendeels bovenstrooms van de stuwen. De soort is gevoelig voor het aanleggen van barrieres in riviermondingen waardoor ze moeilijker de rivier kunnen optrekken. Herstel van natuurlijke zoet-zout-overgangen en het optrekbaar maken van zoetwater vanuit zee kunnen bijdragen aan het herstel van de bot. Bot is opgenomen in de Visserijwet met een minimummaat van 20 cm. Monitoring en trends Binnen het landelijk Verspreidingsonderzoek Zoetwatervissen, onderdeel van het Netwerk Ecologisch Monitoring (NEM), worden gegevens verzameld om te volgen hoe het gaat met de zoetwatervissen in Nederland. Voor een aantal soorten wordt gericht gezocht door vrijwilligers in door RAVON geselecteerde kilometerhokken. Daarnaast worden gegevens gebruikt die verzameld zijn middels andere monitoringsprogramma's (o.a. KaderRichtlijn Water), projecten en losse waarnemingen (Telmee.nl of Waarneming.nl). Op basis hiervan kunnen verspreidingstrends bepaald worden. Wil je hier zelf een bijdrage aan leveren, dan kun je voor meer informatie kijken op Verspreidingsonderzoek Zoetwatervissen. Zie ook Tel mee Printen 12962 Waardeer dit artikel Geen waardering