De hazelworm (Anguis fragilis) is een pootloze hagedis en een fascinerende bewoner van onze bossen, heides en tuinen. Door zijn langgerekte, glanzende lichaam zonder poten wordt hij vaak verward met slangen.
De hazelworm komt in bijna alle Nederlandse provincies voor, behalve Zeeland. Hij gedijt vooral op zand- en lössgronden en ontbreekt op de rivier- en zeeklei. Hij gedijt vooral ook op stuwallen en in heulvelachtige gebieden zoals op de Veluwe, de Utrechtse Heuvelrug en in hellingbossen in Zuid-Limburg. Deze gebieden vormen de ideale leefomgevingen voor de hazelworm.
Hazelwormen zijn geen ondernemende types, hun actieradius beperkt zich vaak tot enkele honderden vierkante meters. Hierdoor breiden ze zich niet snel uit en zijn hazelwormen kwetsbaar voor versnippering van hun leefgebieden door wegen, kanalen en andere obstakels. Intensieve landbouw, dichte naaldbossen, dorpen en steden maken het hen extra moeilijk om zich voort te bewegen en kunnen hun populaties onder druk zetten.
Eierlevendbarend
Na hun winterslaap hebben mannelijke hazelwormen zonnewarmte nodig om hun zaadcellen te ontwikkelen. Ze ontwaken meestal in maart-april, terwijl vrouwtjes en jonge dieren enkele weken later uit hun winterslaap komen. De paartijd vindt plaats in mei. Tijdens de drachtige periode spenderen de vrouwtjes veel tijd aan zonnen om de embryo-ontwikkeling te bevorderen, waardoor ze vaak in juli zichtbaar zijn.
Hazelwormen zijn eierlevendbarend; de jongen worden in augustus of september geboren, beschermd door een dun eivlies waaruit ze zich enkele minuten na de geboorte al hebben bevrijd. . De vrouwtjes krijgen doorgaans 6 tot 15 jongen, die direct zelfstandig zijn en een lengte van 7 tot 10 cm hebben, inclusief hun staart. Na hun derde overwintering beginnen hazelwormen meestal met voortplanten. In Nederland planten vrouwtjes zich om het jaar voort om hun conditie te herstellen, terwijl in warmere klimaten jaarlijks voortplanting voorkomt.
Help jij mee?
Help ons dit bijzondere reptiel beter in kaart te brengen. Dit jaar focussen we op Noord-Brabant, een provincie waar de soort relatief weinig wordt gezien. Uit eerdere meldingen blijkt dat hazelwormen hier toch wat vaker voorkomen dan bekend. Veel mensen ontmoeten ze toevallig tijdens wandelingen, fietstochten, in de tuin of op het erf. Geef je waarnemingen door via hazelworm@ravon.nl, vooral uit het gebied tussen Oss, Uden, Langenboom en Herpen. Waarnemingen uit andere delen van Noord-Brabant en oude meldingen zijn ook welkom. Foto’s, zelfs van mindere kwaliteit, zijn zeer waardevol.
Onze doelen zijn het bijwerken van het verspreidingsbeeld, het verbeteren van het leefgebied, en het verbinden van geïsoleerde populaties. De voorgestelde maatregelen zullen ook andere belangrijke soorten, zoals solitaire bijen, kevers, vlinders en mieren, ten goede komen. We delen onze bevindingen met beheerders van terreinen met hazelwormen.