Stierslangen' en andere exotische reptielen in Nederland, door Richard Struijk
Ondanks het relatief koele (zee)klimaat) en met maar een beperkt aantal inheemse reptielsoorten, kent Nederland toch ook een aantal exotische reptielen die hier langdurig voorkomen. Een enkeling weet zich te handhaven en plant zich met zekerheid voort terwijl het bij sommige andere onzeker is of succesvolle voortplanting plaatsvindt. De 'stierslangen' in de Zuid-Hollandse duinen zijn een goed voorbeeld van deze laatste categorie. Niet zelden hebben waarnemingen van deze slangen de krantenkoppen gehaald. Maar wat is er nu eigenlijk waar van wat wordt geschreven en wat is er überhaupt bekend? Naast een antwoord op deze vragen, worden ook enkele andere soorten, waaronder de westelijke smaragdhagedis en lettersierschildpad, uitgelicht.
Afname heikikkers in de Vlaamse Vennen, door Peter Engelen
Felgekleurde blauwe kikkers spreken enorm tot onze verbeelding. Sinds 2005 wordt in Belgisch Limburg tijdens het voorjaar vol ongeduld uitgekeken totdat er vanuit de lokale vennen een soort diep gekef naar boven komt om er jaar na jaar het aantal afgezette legsels te tellen. Met deze mooie tijdlijn van 18 jaar kunnen we afleiden hoe goed het gaat met de soort in de 4 getelde populaties. De droogte hakt er de laatste jaren echter enorm in en jaar na jaar neemt het aantal legsels drastisch af. Droogte is de hoofdoorzaak maar op terrein worden ook andere minder verklaarbare trends gezien en maken de nodige terreinacties om het tij te keren niet vanzelfsprekend.
Is terugbrengen van de steur in de Rijn haalbaar? Door Niels Brevé
Niet veel mensen weten dit nog, maar de Europese steur (Acipenser sturio) behoorde tot de
zogenaamde Vroonvisschen, evenals zalm en elft. Er werd belasting over betaald naar de
Graaf van Holland. Deze enorme, oerdieren werden vrij massaal (tot 1000 per jaar) aangeland
op vismarkten gelegen in de omgeving van de Biesbosch, Dordrecht en Rotterdam. Het
gemiddelde gewicht bedroeg 80 kilo, maar sommige steuren waren echte uitschieters tot 3,5
meter in lengte en 400 kilo in gewicht. De steur paaide in de hoofdstroom van de Rijn, bij
voorkeur in Noordrijn-Westfalen op brede, diepe, zuurstofrijke grindbedden. Maar de steur
werd ook aangetroffen tot in Zwitserland. Helaas verdween dit bijzondere dier uit de Rijn en
de Noordzee doordat de paai en opgroeigebieden in de rivier sterk in kwaliteit achteruit zijn
gegaan en door overbevissing. Dit gebeurde in het gehele oorspronkelijke
verspreidingsgebied, van de Middellandse Zee, langs de gehele noordoost Atlantische kust, de
Baltische Zee, tot in het Ladogameer in Rusland. Gelukkig kon in de jaren 1990 de steur
ternauwernood gered worden doordat biologen in Frankrijk de laatste individuen (op)vingen.
Zij hebben het dier opgekweekt, en teruggebracht in het riviersysteem van de Gironde,
Garonne en Dordogne, maar ook in de rivier de Elbe en Noordzee. Omdat de steur anadroom
is komt zij tegenwoordig ook weer voor in de noordoost Atlantische oceaan, en in de
Noordzee. Of de steur teruggebracht kan worden in de Rijn is nu de vraag. Er wordt hard aan
gewerkt door ARK Natuurontwikkeling, het Wereld Natuur Fonds, Sportvisserij Nederland,
met support van Min. LNV, maar ook met grote inzet van de Franse en Duitse partners.
Steurherstel is een internationale aangelegenheid. Aan de ene kant is de Rijn een stuk schoner
dan wat ze sinds decennia is geweest, aan de andere kant zijn er diverse menselijke
drukfactoren die het moeilijk maken, zoals scheepvaart of vervuiling van de waterbodem.
Niels zal in zijn presentatie ingaan op de historische verspreiding van de steur en een
bijzondere, nieuwe drukfactor op de herintroductie: de aanwezigheid van exotische steuren.
Teken op zandhagedissen en effecten op de ziekte van Lyme, door Clara Köhler
De ziekte van Lyme is de meest voorkomende vector-overdraagbare ziekte in Europa. Jaarlijks
worden er in Nederland meer dan 20.000 nieuwe gevallen gemeld en dat aantal stijgt al jaren. De
ziekte wordt veroorzaakt door de bacterie Borrelia burgdorferi, en overgedragen door teken.
Besmetting vindt plaats als de teek eest voedt op een besmet dier en vervolgens een mens bijt
(horizontale transmissie). De prevalentie van Borrelia in de teken in de omgeving wordt dus bepaald
door de prevalentie van Borrelia in de lokale soortgemeenschap. De belangrijkste gastheren voor
onvolwassen teken zijn kleine zoogdieren, vogels en hagedissen. Terwijl sommige soorten (bijv. de
bosmuis) vaak besmet zijn met Lyme, zijn andere soorten minder vatbaar voor de bacterie.
Hagedissen spelen hier een bijzondere rol. In de afgelopen jaren is op meerdere plekken in Europa
aangetoond dat een aantal soorten hagedissen immuun blijkt te zijn voor Borrelia burgdorferi, de
bacterie die de ziekte van Lyme veroorzaakt. Een van deze soorten is de zandhagedis. Theoretisch
zou een hoge dichtheid zandhagedissen dus ertoe kunnen leiden dat er weinig besmette teken
aanwezig zijn in de omgeving (verdunningseffect). Om deze hypothese te testen in de natuur, is er
2021 een uitgebreid veldonderzoek opgericht, in samenwerking met de VU/UvA, RAVON, en het
RIVM. Tussen Mei en September zijn er ~3,300 teken uit de vegetatie en meer dan 1,300 teken van
zandhagedissen in de Amsterdamse Waterleidingduinen verzameld en geanalyseerd op de
aanwezigheid van Borrelia. De resultaten waren duidelijk: In gebieden waar weinig hagedissen
voorkomen (bos en dicht struweel) was de infectiegraad ongeveer vier keer hoger dan in gebieden
met een hoge dichtheid zandhagedissen (open struweel en duingrasland). Het is de eerste keer dat
dit effect in situ kon worden aangetoond.
De Leuvenumse Beek; een beekdal weer in haar kracht zetten, door Maarten Veldhuis
De Leuvenumse Beek op de Noord Veluwe is een goed voorbeeld waar de natuur weer in haar kracht is gezet, waar natuurlijke processen tijd en ruimte krijgen zichzelf te versterken. Niet door het beeksysteem te vergraven, maar juist door het substraat hout en zand weer terug te geven aan de beek en de verder nauwelijks nog te sturen als mens. De effecten op het (grond)watersysteem, het bos, de beek en haar oevers, de biodiversiteit mag je gerust spectaculair noemen. In een half uurtje neem ik jullie mee langs de beek, laat ik zien wat waterschap Vallei en Veluwe samen met Natuurmonumenten, provincie Gelderland en Wageningen University en Research heeft gerealiseerd en waarom we dit voorbeeld, bouwen met natuur, op veel meer plekken moeten toepassen.
Nachtelijk kunstlicht en migrerende padden: hoe meet je het effect? Door Kamiel Spoelstra
Padden zijn zeer lichtgevoelig, maar hoe nachtelijk kunstlicht een effect heeft op trekkende padden is goeddeels onbekend. Mogelijk heeft licht, en dan vooral licht aan de groen/blauwe kant van het spectrum, een afschrikkend effect op trekkende padden in het voorjaar. In potentie kan deze reactie gebruikt worden om slachtoffers te voorkomen. Echter, er is nog veel onbekend - in het algemeen over hoe richtingsgevoelig padden zijn tijdens de trek - maar zeker ook over hoe padden hun looppatronen aanpassen ten opzichte van licht 's nachts. In een kort experiment maten we hoe padden hun loopsnelheid aanpasten in reactie tot licht, en hoe we de looppatronen van trekkende padden goed konden meten.
Zeeschildpadden onder druk op St. Eustatius, door Mark Groen
St. Eustatius is als bijzondere gemeente onderdeel van het Caribische deel van Nederland.
Verschillende soorten zeeschildpadden bezoeken het eiland jaarlijks voor het leggen van hun eieren.
De lokale St. Eustatius National Parks Foundation (STENAPA) monitort de populatie nestende
zeeschildpadden sinds 2005 en merkt een afname op van zowel het aantal nestende vrouwtjes als
het aantal succesvolle nesten. RAVON en STENAPA hebben de handen ineen geslagen om de
bedreigingen beter in kaart te brengen. De toekomst van de zeeschildpadden op het eiland lijkt
echter somber. In deze flitspresentatie vertellen we in een notendop meer over de verschillende
bedreigingen die de schildpadden moeten doorstaan en de uitdagingen die er liggen om ze te beschermen.
Kustvissengids sneak preview, door Mick Vos
In het voorjaar van 2023 wordt de Veldgids kustvissen uitgebracht door de KNNV. In de
Sneakpreview van de kustvissengids neemt Mick jullie mee in het maken van deze fantastische
determinatiegids voor de kustvissen van Nederland. Hij vertelt over het belang van het maken van dit
boek, hoe dit boek in elkaar zit en geeft een aantal (concept) voorbeelden.
Wat een kwabaal in de Beerze! Door Mark Groen
De kwabaal was in de Beerze uitgestorven. Tijdens de herintroductie in 2009 zijn er 2.000 juveniele kwabalen in de Beerze uitgezet. Ondertussen zijn er allerlei beekdalherstelmaatregelen voor onder andere de kwabaal gerealiseerd. Waar heeft dat toe geleid? Een combinatie van een meerjarig onderzoeksprogramma met diverse onderzoekstechnieken geeft hier antwoord op. De kwabaal blijft een mysterieuze vissoort, maar de eerste resultaten geven een positief beeld!
Nederland onder water, door Arthur de Bruin
Arthur komt vertellen over zijn onder Water film die komende week op tv in première gaat.