Monsterplaatskeuze
|
Zoek eerst naar geschikte habitat binnen het onderzoeksgebied:
De grote modderkruiper komt meestal voor in geïsoleerde wateren met sterk ontwikkelde verlandingsvegetaties en/of brede vegetatierijke oeverzones. Doorgaans komen hier weinig andere vissoorten voor. Met name de natte gebieden die aan de ruilverkaveling ontsnapt zijn en ooit onder invloed stonden van overstroming met rivierwater, zijn kansrijk. Het raadplegen van een historische atlas of http://www.historiekaart.nl/ kan nuttig zijn voor het vinden van “oude” watergangen die de afgelopen eeuw (vrijwel) onveranderd zijn gebleven. Dit zijn plaatsen waar de soort verwacht kan worden. In wateren die in het kader van de ruilverkaveling (vooral vanaf 1950) zijn ontstaan, is de kans op grote modderkruipers een stuk lager. De meeste kans om grote modderkruiper aan te treffen heb je in kleine tot middelgrote sloten, sterk begroeide rivier- en beekbegeleidende wateren. In een slotenrijk gebied dient de aandacht uit te gaan naar de smalle en ondiepe zijsloten. Hier worden vegetatierijke oevers met een modderige bodem en kraggen (drijvende pollen met vervlochten wortels) door de soort geprefereerd. De modder heeft bij voorkeur een korrelige structuur (klei korrels) welke meestal niet stinkt. Sloten met een structuurloze, zwarte en stinkende sliblaag zijn minder geschikt.
|
|
|
Methode schepnet
|
Steek het net op enige afstand vanaf de oever in het water. Haal het met kracht over en door de bodem naar de oever toe. Schep goed door de oevervegetatie. Tegelijkertijd met laarzen/waadpak in de oever porren en stampen om de grote modderkruipers in het net te jagen verhoogt de kans op succes aanzienlijk. Wanneer kraggen aanwezig zijn, dient hieronder ook ver naar de oever geschept te worden. Andersom kan de grote modderkruiper vanuit de vegetatie in het net worden gejaagd door het porren en stampen door de begroeiing in de richting van het net.
|
|
|
Methode zaklamp |
Tijdens de periode dat de grote modderkruiper actief is en er weinig waterplanten in de watergang staan, kan deze nachtactieve soort in het donker met een zaklamp worden waargenomen. De grote modderkruiper wordt op de bodem aangetroffen in de nabijheid van beschutting. Hierbij is het van belang dat het water helder genoeg is om de bodem te zien. Omstandigheden om grote modderkruiper op deze manier waar te nemen vind je hoofdzakelijk in het voorjaar wanneer het water begint op te warmen en de vegetatieontwikkeling nog niet op gang is gekomen, in het najaar kunnen de omstandigheden gunstig zijn na het maaien door de waterbeheerder. |
|
|
Te leveren inspanning per km-hok
|
Bij voorkeur per jaar vier onderzoeksronden waarbij een totale inspanning 240 minuten scheppen (4 x 60 minuten) bedraagt of vier rondes met de zaklamp.
|
|
|
Aantal personen
|
De hierboven beschreven richtlijn gaat uit van 1-2 schepnetvissers. Als er met meer mensen gevist wordt, neemt de te vissen tijd af.
|
|
|
Periode
|
Maart tot en met november voor schepnet onderzoek. Met de zaklamp is onderzoek in maart tot en met mei en van september tot en met november het meest kansrijk, afhankelijk van de heersende omstandigheden. |
|
|
Materiaal
|
Groot schepnet (standaardmodel RAVON), gestrekte maaswijdte 3 mm, netgrootte 70x40 cm. Waadpak (of lieslaarzen). Voor nachtelijk onderzoek een krachtige zaklamp.
|