Search

Over RAVON Agenda English Steun ons Webshop

zondag 22 december 2024

Helpdesk

Heb je een vraag over één van onze soort(groepen)? Neem dan contact met ons op via onze Facebookpagina of via het vragenformulier op deze pagina. Kijk ook even of je vraag al beantwoord is bij de veelgestelde vragen hieronder.

Veelgestelde vragen

Broeihopen

Broeihopen

Broeiplaatsen voor de eieren

Over natuurlijke eiafzetplekken van de ringslang is weinig bekend. In natuurlijke riviersystemen zijn dit waarschijnlijk hopen bij elkaar gespoeld organisch materiaal. In venen zijn drooggevallen horsten van bijvoorbeeld zeggen of russen geschikt. Ingerotte boomstobben en dichte lagen organisch materiaal met broei worden ook gebruikt.

In ons land worden veel eieren gelegd in (paarden)mest- en composthopen. Speciaal voor de soort kunnen dan ook broeihopen worden aangelegd (Zuiderwijk et al., 1991; Zuiderwijk et al., 1993).

Aanleg van broeihopen

Broeihopen zijn van groot belang voor de voortplanting van ringslangen. Deze hopen moeten aan een aantal voorwaarden voldoen. Het is belangrijk dat het materiaal voldoende los is, zodat een ringslangvrouwtje er gemakkelijk in kan kruipen. (De eitjes worden meestal op een diepte tussen 20 en 60 cm diep afgezet.) De temperatuur in de hoop moet constant rond de 25 tot 30°C zijn. En de hoop moet voldoende vochtig zijn. Ruwe paardenmest, compost en bladeren vormen een geschikt substraat voor broei.

Eieren ringslangNa één tot enkele jaren is al het materiaal in de hoop verteerd en loopt de broei terug. Er moet dus regelmatig een nieuwe aangelegd worden. Omdat ringslangen geschikte eiafzetplaatsen lange tijd blijven bezoeken, moeten goede broeihopen op dezelfde plaats gehandhaafd blijven. Werkzaamheden aan broeihopen dienen tussen midden april en eind mei uitgevoerd te worden of in oktober. Op die manier worden legsels en overwinterende dieren niet beschadigd of gestoord.

Grote hopen (>15 m2) worden vaker gebruikt dan kleine. Een goede standaard-broeihoop is 1,5 meter breed, 3 meter lang en 1,2 meter hoog (minimummaten: 1,6 meter bij 1,2 meter en 1 meter hoog). Met name bladhopen, waarin takken zijn verwerkt, worden vaak gebruikt. Ook een mengsel van compost en ruwe paardenmest blijkt goed te voldoen. De takken dienen voornamelijk in het midden van de broeihoop verwerkt te worden (Zuiderwijk et al, 1993). Pure mesthopen scoren wezenlijk slechter. Composthopen scoren weer wat beter.

Bij voorkeur wordt het materiaal voor een broeihoop niet van buiten het gebied gehaald. In voedselarme gebieden zoals heide en veen moet niet met mest of compost gewerkt worden. In ieder type leefgebied kan met gebiedseigen materiaal (afgevallen blad, maaisel van gras, riet of waterplanten, rot hout etc.) gewerkt worden.

Als locatie moet je een plaats in ringslangleefgebied kiezen, op overbrugbare afstand van een al gebruikte eiafzetplaats. Een zonnige ligging met beschutting in de omgeving is van belang. Geschikte locaties zijn bosranden, langs houtwallen en heggen of langs dichte ruigtevegetaties. Ook moeten ze op ruime afstand van wegen worden aangelegd (Zuiderwijk et al., 1993).

Foerageerbiotoop

De ringslang is vooral bij het water jagend aan te treffen. Het gaat daarbij vaak om grotere wateren met een rijke oever- en onderwatervegetatiestructuur.

Voedsel

Het voedsel bestaat vooral uit amfibieën. In veel mindere mate worden ook andere dieren als vissen, muizen en hagedissen gegeten. Jonge ringslangen eten ook ongewervelden zoals slakken en insecten (Zuiderwijk, 1991).Ringslang Jelger Herder

Overwinteringsplaats

Allerlei holen en gaten, steen- en houthopen, broeihopen en oude gebouwen kunnen als overwinteringsplaats gebruikt worden. Belangrijk is dat deze plaatsen vorstvrij en drooggelegen zijn. In natte gebieden kan een wal, dijk of het talud van een hoger gelegen weg of spoorlijn al voldoende zijn.

Meer informatie

Vorig artikel Amfibieënziektes
Volgend artikel Kikker in de klas
Printen
15500

Contactformulier

Over RAVON

RAVON is een onafhankelijke kennisorganisatie die samen met vrijwilligers de inheemse reptielen, amfibieën en vissen beschermt. RAVON, FLORON en Paddenstoelenonderzoek Nederland zijn organisaties van Stichting Natuur Onderzoek Nederland.

Privacy statement

Geregistreerd bij

Logo ANBI

Telprojecten

Reptielen tellen
Amfibieën tellen
Vissen tellen

Partners

Doe mee

Word vrijwilliger
Word donateur
Doe een gift
Werkgroepen

Webshop

Contact

Telefoon: 024-7410600
Email: kantoor@ravon.nl
Contactpagina


Adres Natuurplaza
(gebouw Mercator III)
Toernooiveld 1 6525 ED
Nijmegen
Route

Vacatures

Back To Top