Adder Adder De adder is de enige gifslang in Nederland. Onder andere te herkennen aan zijn zigzagstreep over de rug. Zeldzaamheid: vrij zeldzaam
Gladde slang Gladde slang De gladde slang heeft door zijn ongekielde schubben een glad uiterlijk. Het is een soort die vrij verborgen leeft. Zeldzaamheid: vrij zeldzaam
Ringslang Ringslang De ringslang is een niet giftige, watergebonden slang. Hij heeft ronde pupillen en twee duidelijke gele en zwarte vlekken achter de kop. Zeldzaamheid: vrij zeldzaam
Pituophis-hybriden (‘stierslang’) (Exoot) Pituophis sp. In Nederland komen hybriden voor van het slangengeslacht Pituophis. Herkenning Het slangengeslacht Pituophis telt zeven soorten. In Nederland komen hybriden voor, waarbij uiterlijke kenmerken van de stierslang (P. catenifer sayi) en de pijnboomslang (P. melanoleucus) domineren. Zo hebben de meeste dieren een crème tot geelachtige basiskleur met over het hele lichaam en de staart een schakering van zwarte tot soms bordeauxrode vlekken/zadels. De buikschubben zijn ongevlekt. Opvallend zijn de vergrote neusschilden waarmee ze kunnen graven. Ecologie Voortplanting Pituophis-soorten zijn eierleggend. Vrouwtjes graven in de regel een eigen nest, waarbij de vergrote neusschilden van pas komen. Legselgroottes bedragen gemiddeld 15-20 eieren met uitschieters naar 24. Twee legsels, afkomstig van in het wild weggevangen Pituophis in Nederland, telden 7 en 19 eieren. Hoewel een deel van de eieren bevrucht was en in gevangenschap is uitgebroed, is onduidelijk of de omstandigheden in Nederland voldoende zijn voor de volledige ontwikkeling van embryo’s. Onder gunstige omstandigheden komen eieren na ongeveer 60-80 dagen uit. Levenswijze Pituophis-soorten komen in een breed scala aan landschappen voor, van kustzones en woestijnen tot bossen en gebergten. In Nederland worden ze gevonden in de kustduinen, waar ze worden aangetroffen in loof- en naaldbos, duindoornvegetaties en soms in helmgrasvegetaties. Van nature overwinteren Pituoiphis-soorten vooral in holen. De vroegste waarnemingen uit Nederland dateren van eind april - medio mei, wanneer het warmer wordt. De dieren kunnen zeer mobiel zijn en in een tijdbestek van 1,5 week meerdere kilometers afstand overbruggen. In het natuurlijk verspreidingsgebied bestaat het voedsel hoofdzakelijk uit knaagdieren, vogels en hun eieren en hagedissen. In de Nederlandse kustduinen zijn veldmuis, rosse woelmuis, bosmuis en konijn als prooi vastgesteld. Verspreiding Het genus Pituophis komt van nature voor in Mexico, de Verenigde Staten, zuidelijk Canada en Guatemala. Nederlandse Pituophis-waarnemingen zijn afkomstig uit de provincies Zuid-Holland, Noord-Holland, Gelderland en Overijssel. Waar het in de drie laatstgenoemde provincies om eenmalige waarnemingen gaat, worden in de duinen tussen Scheveningen en Katwijk vanaf 2013 jaarlijks Pituophis-slangen gezien. Het verspreidingsgebied reikt van de wijk ‘Oostduinen’ (Scheveningen) in het zuiden tot ‘Zanderij’ (Katwijk) in het noorden en ‘De Kieviet’ (Wassenaar) in het oosten. Verreweg de meeste waarnemingen worden gedaan in Natura 2000-gebied Meijendel & Berkheide. Bedreiging en bescherming Pituophis-hybriden zijn exoten in Nederland. Deze dieren kunnen vanwege predatie een bedreiging vormen voor minder algemene inheemse knaagdieren, grondbroedende vogels en reptielen (zandhagedis). Vanwege het uitblijven van bewijs voor succesvolle voortplanting, wordt niet van een populatie gesproken. Monitoring en trends Vooralsnog zijn geen trends bekend. Een waarnemingenoverzicht voor de Zuid-Hollandse duinen is sinds 2013 bijgehouden, maar het gaat hier niet om een structurele monitoring. Het betreft een registratie van waarnemingen die door derden toevalligerwijs zijn gedaan. Het blijft belangrijk om waarnemingen van deze soort door te geven via Waarneming.nl of Telmee.nl. Zie ook Pituophis-hybriden in de duinen van Meijendel en Berkheide Vorig artikel Ruïnehagedis (Exoot) Printen 432