Search

Over RAVON Agenda English Steun ons Webshop

vrijdag 22 november 2024
Toekomst voor de paling


De paling wordt in zijn voortbestaan bedreigd. Letterlijk, want de palingpopulatie is de afgelopen vijftig jaar met meer dan negentig procent afgenomen. Al sinds 2008 staat de paling op de IUCN Rode Lijst als 'ernstig bedreigd'; de volgende fase is 'uitgestorven'. Aanwijsbare oorzaken voor de kritieke situatie zijn obstakels op trekroutes, geïntroduceerde ziekten, vervuiling en visserij. Waarschijnlijk spelen ook de gevolgen van klimaatverandering een rol. Laten we er voor zorgen dat het weer beter gaat met deze soort! Lees verder > 

Paling (Jelger Herder)

Passagecheck onderzoeken in Zeeland

Passagecheck onderzoeken in Zeeland

Vispassages

In samenwerking met Provincie Zeeland, Rijkswaterstaat Zee & Delta en Waterschap Scheldestromen voerde RAVON in april jl. twee Passagecheck onderzoeken uit in Zeeland.

Hierbij testen we met hulp van vrijwilligers en de lokale beroepsvisser bij een tweetal gemalen de werking van de vispassages voor glasaal en driedoornige stekelbaars. Dit doen we door middel van een merk-terugvangst experiment. Daarnaast meten we stroomsnelheden en maken we onderwaterbeelden van het gedrag van vissen. Dankzij de inzichten uit deze onderzoeken kunnen waterbeheerders straks de juiste maatregelen nemen om de vispassages indien nodig te optimaliseren.

Wil je meer weten over de Passagecheck onderzoeken? Ga dan naar ravon.nl/passagecheck.

Foto: Henk Veldmans

Vorig artikel Kruisnetmonitoring Spaarndam zoekt vrijwilligers
Volgend artikel Serie 'De weg van de dodo'
Printen
1136 Waardeer dit artikel
Geen waardering

Veelgestelde vragen over de paling

Wat is er aan de hand met de paling?

De situatie voor de paling is penibel

De toestand van de paling is de afgelopen twintig jaar kritiek. Deze iconische soort wordt als larf geboren in de Sargassozee, zwemt zesduizend kilometer naar Europa om op te groeien en keert na circa vijftien jaar terug om zich voort te planten. Palingen lopen op hun route vaak vast (pdf: 12,7 MB) door gemalen, stuwen, dammen, sluizen en waterkrachtcentrales. Mede daardoor is de populatie met circa negentig procent afgenomen en heeft de paling nu de status ‘ernstig bedreigd’.

Sinds de Europese Aalverordening (2007) moeten landen meer doen om de paling te laten herstellen. Recent rapporteerde ICES opnieuw dat er meer inzet nodig is. Eén van de belangrijkste maatregelen die wordt genoemd is het toegankelijk en veilig maken van migratieroutes.

Sterft de paling uit?

De paling wordt 'ernstig bedreigd'; dat houdt in dat duurzaam voortbestaan van de populatie onder druk staat. Er is namelijk sprake geweest van een zeer sterke achteruitgang van de populatie over enkele generaties, 90% in 50 jaar. Als een populatie met met 70% of meer in de afgelopen 10 jaar of drie generaties afneemt wordt de status 'ernstig bedreigd' toegekend. De paling heeft een generatietijd van circa 18 jaar en voldoet daarom aan het criterium.

Op basis van de achteruitgang wordt ingeschat dat er ook sprake is van 50% of meer kans om uit te sterven in de komende 10 jaar of drie generaties. Nu is het voor de paling niet mogelijk om binnen 10 jaar uit te sterven door de lange generatietijd, maar voor de komende drie generaties (50-60 jaar) bestaat die kans wel.

Nu blijkt dat de afgelopen 20 jaar de stand van de populatie laag maar relatief stabiel is, van verdere achteruitgang lijkt daarom momenteel geen sprake. Voor de komende generaties is nog onzeker of de populatie stabiel blijft, herstelt als gevolg van maatregelen of juist nog verder achteruit gaat. Dat laatste kan bijvoorbeeld door verdere afzwakking of het verdwijnen van de golfstroom door klimaatverandering, een proces dat op dit moment aan het versnellen is. De toekomst is daarom nog sterk onzeker en er zijn realistische scenario's waarin de paling binnen 50 of 100 jaar wel degelijk uit kan sterven.

Waarom moeten we de paling helpen?

Als er één soort tot de verbeelding spreekt, dan is dat de paling. De paling die we in Nederland kennen plant zich voort in de Sargassozee, ergens in de Bermudadriehoek, zesduizend kilometer hier vandaan. De palinglarfjes komen met de warme golfstroom helemaal terug naar Europa en Noord-Afrika waar zij als ‘glasaal’ de binnenwateren intrekken om daar op te groeien.

Om te zien hoe het met de palingpopulatie gaat, wordt er in Europees verband gekeken hoeveel glasaal er jaarlijks binnentrekt. Dat is een belangrijke graadmeter van succesvolle voortplanting en geeft de sterkte aan van de nieuwe generatie paling.

Ter vergelijking, de aantallen die de afgelopen twintig jaar langs de Noordzee worden waargenomen, zijn minimaal en liggen in de orde van 1,5 procent ten opzichte van vijftig jaar geleden. De Europese toestand van de paling wordt mede daarom als kritiek beschouwd en de IUCN Rode Lijststatus is ‘Critically Endangered’.

Hoe kan ik de paling helpen?

Om ons werk voor de paling (en andere trekvissen) voor de toekomst te borgen, hebben we het Toekomst voor de Paling fonds opgericht. Alle bijdragen gaan direct naar onderzoek, advies en beleid dat gericht is om de situatie voor de paling te verbeteren. 

Maar er is meer wat je kunt doen. Ga daarvoor naar 6 manieren om de paling te helpen.

Namens de paling, hartelijk dank!

Waarom is de paling zo'n bijzondere vis?

De paling is een bijzonder dier met een bedreigde status

De Europese aal (paling) kent een complexe levenscyclus. Paling is een trekvis. Hij wordt geboren in de Sargassozee ten noorden van het Caribisch gebied en drijft als larfje naar de kusten van Europa. Eenmaal aangekomen heeft hij het stadium van glasaal (doorzichtig visje) bereikt en wil hij de rivieren en meren optrekken. Eenmaal volwassen – tussen tien en twintig jaar – zwemt de paling weer terug naar de Sargassozee om zich voort te planten.

Vissers vangen meer paling op het IJsselmeer en Markermeer, dit laat toch zien dat de palingstand herstelt?

De hogere vangsten op verschillende locaties zijn waarschijnlijk het positieve effect van genomen maatregelen. Zo zijn er in de Afsluitdijk maatregelen genomen, waaronder visvriendelijk spui- en sluisbeheer sinds 2015, waardoor er meer glasaal naar binnen kan. Ook wordt er op de aangrenzende randmeren om het jaar een grote hoeveelheid glasaal uitgezet vanuit LNV onder het Aalbeheerplan. Een hogere vangst betekent dan dat het positieve effect van de maatregelen wordt benut door visserij. Er is pas sprake van aalherstel als er door de maatregelen meer schieraal uittrekt, deze vervolgens bijdragen aan voortplanting en er daardoor herstel is van de hoogte  van glasaalintrek.

Bij Paling Over de Dijk wordt er steeds meer paling (schieraal) gevangen, gaat het dus beter met de paling?

Hogere vangsten bij Paling over de Dijk, zijn (bij gelijkblijvende inspanning) mogelijk een effect van het stoppen van visserij op de rivieren in 2011. Aangezien paling er gemiddeld 15 jaar over doet om tot schieraal te groeien, is de overleving op de rivieren waarschijnlijk hoger en wordt er meer aal volwassen. Ook worden in het Duitse deel van de Rijn als herstelmaatregel glasalen uitgezet sinds 2009. Die alen trekken ook via Nederland naar zee. Het vangen van meer paling kan als positief effect van maatregelen worden gezien. Het is overigens een vraag of rivierpaling door de hoge gehaltes aan gifstoffen gezond genoeg is om zich voort te planten. Om bij te dragen aan herstel moeten deze palingen zich succesvol voortplanten waarbij het nageslacht een verhoging van de aantallen glasaal betekent. Op dit moment is er nog geen verhoging merkbaar in het aantal glasalen dat aankomt.

Sinds 2011 is er een toename in het aantal glasalen, klopt dat?

Vanaf 2000 schommelt de glasaalintrek rond een laag niveau ten opzichte van de jaren ’60 en ’70. Dat niveau ligt in de Noordzeeregio rond de 1%. Na 2011 waren er een aantal iets sterkere jaarklasses tot in de orde van ca. 2-4%. Toen er over de periode van 2011 tot 2018 door ICES (2019) een lijn werd getrokken, was er sprake van een lichte maar significante stijging in het aantal glasalen aan de Europese kusten. Sindsdien is het aantal glasalen weer sterk afgenomen, waardoor er in de periode 2000-2022 geen sprake meer is van een significante stijging of daling in het aantal glasalen. Voor Nederland en België is de trend na 2000 significant stabiel. Potentieel positief effect van maatregelen wordt daarin helaas nog niet opgemerkt.

Er wordt gezegd dat er de afgelopen jaren meer paling in het Nederlandse water leeft, hoe zit dat?

Er is in gestandaardiseerde monitoring een toenemende trend waarneembaar in de hoeveelheid paling. Dat is een positief signaal en is mogelijk een effect van toegenomen intrekmogelijkheden, visserijbeperkingen en uitzet van glasaal. Het effect van die maatregelen rendeert pas als er meer schieraal zich succesvol voortplant en er daardoor weer meer glasaal aankomt. Een toename in de schieraaluittrek wordt nog niet opgemerkt.

De visserij op paling is duurzaam, klopt dat?

De huidige palingpopulatie voldoet niet aan de doelstelling van de EU waarbij gestreefd wordt naar een omvang van 40% schieraaluittrek vergeleken met de populatie in de jaren ’60 en ’70. Deze streef-omvang wordt als veilig beschouwd om de paling duurzaam voort te laten bestaan. In Nederland bedraagt de uittrek van schieraal momenteel circa 10% (ongeveer 1000 ton). In Nederland is de sterfte van paling door visserij hoog, er wordt jaarlijks zo’n 500 ton gevangen. Elke paling die wordt weggevangen, draagt met zekerheid niet bij aan de uittrek van schieraal. Er is geen onderbouwing of herstel van de palingpopulatie mogelijk is in combinatie met visserij of welke visserij omvang op dit moment ecologisch gezien toelaatbaar is. Er is daarom nu geen sprake van onderbouwd duurzame visserij.
 

Ik eet kweekpaling, dat heeft toch geen effect op de natuur?

Het lukt nog niet om paling in gevangenschap voort te planten. Elke paling die wordt geconsumeerd is daarom afkomstig uit de natuur. Een groot deel van de consumptiepaling (circa 80%) is opgekweekt in een kwekerij. Daarvoor wordt glasaal gebruikt die gevangen is in het wild, meestal in Frankrijk. Het onttrekken van glasaal gaat ten koste van de natuurlijke populatie.
 

Er wordt veel glasaal uitgezet, draagt dat bij aan herstel?

Er zijn in Europa veel projecten waar glasaal, of iets oudere jonge paling ‘pootaal’, wordt uitgezet. Het principe daarachter is dat in gebieden waar relatief veel glasaal aankomt deze wordt weggevangen en wordt verplaatst naar andere gebieden waar minder glasaal aankomt. Het is duidelijk dat dit in de ontvangende gebied de aalpopulatie vergroot, maar het is niet duidelijk of paling zo meer kans heeft. Wetenschappelijk staat het veronderstelde netto positieve effect ter discussie. Het is bekend dat glasaal en pootaal die zijn uitgezet soms minder goed groeien dan natuurlijk ingetrokken soortgenoten en dat dit vaker mannetjes worden. Ten opzichte van natuurlijk ingetrokken glasaal, kan het het terugzwemmen naar zee voor uitgezette aal een struikelblok zijn. Ook kunnen met ziektes door transporten meekomen. Daarnaast worden gebieden waar aal wordt uitgezet vaak commercieel bevist. RAVON pleit daarom voor betere richtlijnen rondom uitzet en een sterkere inzet op natuurlijke intrek.

Er zijn veel vispassages aangelegd, helpt dat de paling?

Vispassages dragen bij aan het toegankelijk maken van het leefgebied van de paling. Het blijkt helaas dat veel vispassages niet effectief functioneren voor jonge aal, voor glasaal circa 25% effectief. Ook zijn nog lang niet alle routes integraal ontsloten vanaf zee. Daarnaast kan een gebied toegankelijk zijn, maar is de terugweg niet veilig door gemaalpompen. Gemiddeld sterft 35% van de schieraal die door een gemaal terugzwemt. Naar schatting sterft 13% van de schieraal die naar zee zwemt door pompen en turbines van waterkrachtcentrales. Het is daarom belangrijk dat zowel intrek als uittrekroutes goed toegankelijk en veilig zijn.

Alle vissers moeten per direct stoppen met vissen?

In Nederland zijn binnenvissers actief die generatie op generatie al op paling vissen. Door verschillende oorzaken vertoont de palingpopulatie geen structureel herstel, dat maakt de toekomst voor vissers onzeker. Aangezien visserij een voor paling een belangrijke bron van sterfte is, zou stoppen met visserij de druk op de soort verlagen. Tegelijkertijd zou op langere termijn herstel van de paling ook herstel van visserij mogelijkheden betekenen. Het is daarom belangrijk integraal aan herstel van paling te werken en daarbij goed te onderbouwen welke visserijmogelijkheden er op enig moment toelaatbaar zijn. Indien visserij niet toelaatbaar blijkt, kan visserij worden opgeschort en moeten vissers (tijdelijk) andere mogelijkheden geboden worden. Ervaren beroepsvissers zijn onder andere van grote meerwaarde bij onderzoek naar aal.

Over RAVON

RAVON is een onafhankelijke kennisorganisatie die samen met vrijwilligers de inheemse reptielen, amfibieën en vissen beschermt. RAVON, FLORON en Paddenstoelenonderzoek Nederland zijn organisaties van Stichting Natuur Onderzoek Nederland.

Privacy statement

Geregistreerd bij

Logo ANBI

Telprojecten

Reptielen tellen
Amfibieën tellen
Vissen tellen

Partners

Doe mee

Word vrijwilliger
Word donateur
Doe een gift
Werkgroepen

Webshop

Contact

Telefoon: 024-7410600
Email: kantoor@ravon.nl
Contactpagina


Adres Natuurplaza
(gebouw Mercator III)
Toernooiveld 1 6525 ED
Nijmegen
Route

Vacatures

Back To Top