Search

Over RAVON Agenda English Steun ons Webshop

donderdag 9 januari 2025
Kikkers
Kikkers

In Naderland leven maarliefst tien soorten kikkers: 6 inheemse en 4 exotische soorten.

Kikkers in Nederland

De inheemse kikkers die in Nederland voorkomen, zijn de bastaardkikker, boomkikker, bruine kikker, heikikker, meerkikker en de poelkikker. Kikkersoorten die van nature niet in Nederland voorkomen, zijn Amerikaanse stierkikker, de Oostelijke boomkikker, de Italiaanse boomkikker en de springkikker. 

In de paartijd roepen de mannetjes de vrouwtjes met kwaakgeluiden. Wanneer er een vrouwtje in de buurt komt klimt het mannetje op haar rug en houdt zich stevig vast. Daarvoor zijn ze goed uitgerust, want bij alle kikkers en padden ontwikkelen de mannetjes speciale ruwe plekken aan de binnenkant van de voorpoten. Wanneer het vrouwtje haar eitjes afzet in het water bevrucht het mannetje ze door zijn sperma erover uit te storten.

De bruine kikker en de heikikker leggen hun eitjes vroeg in het voorjaar, meestal in de maand maart. Het dril van de bruine kikker is makkelijk te vinden. De groene kikker legt zijn eitjes later. Je ziet ze liggen in het water, als grote gelatineachtige klompen: het kikkerdril. 

Paddendril ziet er anders uit dan kikkerdril. Paddendril is geen klomp die bestaat uit honderden ronde eitjes maar is een lang snoer met daarin kleine eitjes. Veel minder bekend is het dril van de boomkikker dat half mei in het water wordt afgezet. De boomkikker legt meestal tegelijk met de groene kikker kleine klompjes ter grootte van een walnoot tussen de waterplanten. Uit deze eitjes komen kikkervisjes of dikkopjes met uitwendige kieuwen, als je goed kijkt zie je de kieuwen als franje bij de kop. De eerste dagen eten de kikkervisjes hun eigen ei resten op, later eten ze vooral plantaardig materiaal. 

Na ongeveer twee maanden  krijgt het kikkervisje achterpootjes en longen, daarna komen langzaam de voorpootjes. Hun staartje schrompelt langzaam weg. Het is nu een volgroeid kikkertje geworden. Bruine kikkers en groene kikkers komen algemeen voor in Nederland, de andere soorten zijn veel minder algemeen.

Bruine kikker en groene kikker komen het meest voor

Een van de meest voorkomende kikkers in Nederland is de bruine kikker (Rana temporaria). De bruine kikker is een vrij grote kikker. Hij kan ongeveer tien centimeter lang worden. De rug van de kikker is bruin van kleur, zijn keel en buik zijn witachtig. Ze hebben een duidelijke donkerbruine vlek aan beide kanten van hun kop. Bruine kikkers ontwaken in februari of maart uit hun winterslaap. Ze trekken dan meteen naar hun voortplantingsgebieden. Bruine kikkers kunnen niet echt kwaken, het geluid dat ze maken lijkt meer op knorren. Bruine kikkers zijn algemeen in Nederland.

Een andere prominente soort is de groene kikker (PRana esculenta synklepton). Er zijn eigenlijk drie soorten groene kikkers. De poelkikker, de bastaardkikker en de meerkikker. Voor het gemak noemen we ze allemaal groene kikker. Alleen echte kenners kunnen deze drie soorten van elkaar onderscheiden. De groene kikker heeft een groene rug met zwarte of bruine vlekken. Zijn keel en buik zijn wit of grijzig gevlekt. Hij komt rond half maart uit zijn winterslaap. Mannetjes kunnen erg goed kwaken. Vooral in het voorjaar kun je de kwaakkoren van de “boerennachtegaal” horen. In Nederland zijn groene kikkers vrij algemeen.

Bruine kikker

Rana temporaria

Bruine kikker Rana temporaria Jelger Herder

De bruine kikker is een middelgrote, robuuste kikker met een stompe snuit. Hij behoort tot de meest algemene soorten amfibieën van Nederland.


Herkenning

De bruine kikker is een middelgrote, vrij robuuste kikker met een stompe snuit. Op de overgang van de rug naar de flank liggen aan beide de ruglijsten, die ter hoogte van de aanzet van de voorpoten relatief dicht bij elkaar komen. De hoekige, donkere vlek achter het oog wordt ook wel masker genoemd. Hij heeft een kleine zachte graafknobbel op zijn achterpoot. De bruine kikker is variabel van kleur (bruin, groenbruin, roodbruin, geelbruin, grijsbruin, etc.) met een patroon van donkere vlekken en een lichte gemarmerde buik. Mannetjes hebben geen uitwendige kwaakblazen, ze kwaken (brommen) vanuit de keel. In de voortplantingstijd krijgen ze soms een blauwachtige zweem over het voorste deel van het lichaam en de keelhuid is dan wittig of grijsblauw. De soort kan tot 11 cm groot worden.

De er op gelijkende heikikker heeft een beperktere verspreiding. De herkenning van beide soorten staan weergegeven op de Herkenningskaart bruine kikker versus heikikker

Bruine kikker Rana temporaria Jelger Herder

De paarroep is een zacht, niet verder dan 10 tot 20 meter dragend brommend geluid.

Roep:


Ecologie

Voortplanting

De bruine kikker is een soort die in het vroege voorjaar aan voortplanting begint. In maart kunnen roepende mannetjes waargenomen worden. Ook de eiklompen zijn dan te vinden. Deze zijn makkelijk te tellen omdat de eiklompen op ondiepe, snel opwarmende, plekken worden afgezet die na een tijdje aan de oppervlakte drijven. Dit gebeurt vaak met enkele tien- tot honderdtallen klompen tegelijk op slechts enkele vierkante meters. Een vrouwtje legt een enkele eiklomp per jaar en het legsel bestaat uit gemiddeld 1.000 - 2.500 eieren. April en mei zijn de beste maanden om de larven te zoeken. Vanaf juni kunnen de pas gemetamorfoseerde kikkertjes, soms massaal, aan de oevers worden gevonden

Levenswijze

Buiten het voortplantingsseizoen (enkele weken voor een mannetje, een enkele nacht voor vrouwtjes) leven bruine kikkers op het land. Een deel van de populatie overwintert op land, een deel in het water. Deze laatst genoemde groep trekt in het najaar naar het water. Bij milde temperaturen kunnen bruine kikkers tot en met december gevonden worden. Op zonnige winterdagen kunnen overwinterende dieren tijdelijk actief worden en bovengronds komen. Ze vormen dan een gemakkelijke (want: trage) prooi voor jagende blauwe reigers of bunzings. Prooiresten in de vorm van sterrenschot of heksensnot, zijn vaak van bruine kikker afkomstig. Na overwintering trekken de op land overwinterende dieren naar het water, veelal gelijk met de gewone pad.

De bruine kikker heeft een sterke binding met bos en struweel. De bruine kikker heeft een zeer ruime habitatkeuze en dringt ook door tot in stad en dorp. De soort is op alle bodemtypen aangetroffen, variërend van lichte duin- en stuifzanden tot zware rivier- en zeeklei en lössgronden. De bruine kikker komt in allerlei watertypen voor, met een voorkeur voor kleine geïsoleerde wateren en kleine lijnvormige wateren. Groot open water wordt nauwelijks gebruikt en de soort komt relatief weinig in vennen voor.

Voedsel: een breed scala van ongewervelde dieren, vooral slakken, kevers en insectenlarven. De larven voeden zich na het uitkomen met restanten van het eigen kikkerdril, en daarna met allerlei kleine organismen, zoals algen en ander plantaardig materiaal. Geleidelijk eten ze meer dierlijk voedsel eten zoals watervlooien, slakjes, wormpjes, waterinsecten en aas, maar ook eieren en larven van amfibieën, waaronder die van de eigen soort.

Bruine kikker Rana temporaria Jelger Herder

Verspreiding

De bruine kikker is hoogstwaarschijnlijk het wijdst verspreide amfibie van Nederland. Alleen uit noord Friesland en Groningen zijn weinig tot geen waarnemingen van bekend, waarschijnlijk door het ontbreken van genoeg dekking.


Bedreiging en bescherming

De bruine kikker heeft in de Rode Lijst de status Thans niet bedreigd. De soort is beschermd volgens de Wet Natuurbescherming. In het RAVON tijdschrift is een artikel over deze wet verschenen. Dit artikel is hier te vinden.

 

Monitoring en trends

Binnen het landelijk Meetprogramma Amfibieën, onderdeel van het Netwerk Ecologisch Monitoring (NEM), worden gegevens verzameld om te volgen hoe het gaat met de amfibieën in Nederland. Bij monitoring worden herhaald in de tijd gegevens verzameld volgens een vaste werkwijze. In vaste telgebieden worden meerdere keren per jaar de aantallen waargenomen amfibieën per soort geteld. Op basis hiervan kunnen van vijf soorten aantalstrends bepaald worden. Daarnaast worden gegevens verzameld middels projecten en losse waarnemingen (Telmee.nl of Waarneming.nl) wat bruikbaar is voor het verspreidingsonderzoek. Hiermee kunnen ook de trends in verspreiding worden vastgesteld. Wil je hier zelf een bijdrage aan leveren dan kun je voor meer informatie kijken op Meetprogramma Amfibieën, Amfibieën daglijstje of Verspreidingsonderzoek Amfibieën.

Monitoring kan door:

  • avondtellingen van kooractiviteit (maart);
  • avondtellingen van volwassen dieren in het voortplantings-water (maart);
  • tellen van eiklompen (maart t/m begin april);
  • zoeken van larven (mei t/m juni);
  • zoeken van pas gemetamorfoseerde kikkertjes (juli).
Bruine kikker trend CBSVerspreidingtrend
Vorig artikel Boomkikker
Volgend artikel Heikikker
Printen
63717 Waardeer dit artikel
Geen waardering

Exotische kikkersoorten

Oostelijke boomkikker (Exoot) Oostelijke boomkikker (Exoot)

Oostelijke boomkikker (Exoot)

De Oostelijke boomkikker toont genetische verschillen met de inheemse boomkikker, maar kan niet op basis van uiterlijk onderscheiden worden. Zeldzaamheid: zeer zeldzaam

Italiaanse boomkikker (Exoot) Italiaanse boomkikker (Exoot)

Italiaanse boomkikker (Exoot)

De Italiaanse boomkikker toont genetische verschillen met de inheemse boomkikker, maar kan niet op basis van uiterlijk onderscheiden worden. Zeldzaamheid: zeer zeldzaam

Springkikker (Exoot) Springkikker (Exoot)

Springkikker (Exoot)

De springkikker is een middelgrote, slanke kikker met bijzonder lange achterpoten. De springkikker lijkt sterk op de inheemse bruine kikker. Zeldzaamheid: zeer zeldzaam

Amerikaanse stierkikker (Exoot) Amerikaanse stierkikker (Exoot)

Amerikaanse stierkikker (Exoot)

De Amerikaanse stierkikker is een invasieve exoot. Verwisseling is mogelijk met de inheemse groene kikkers. Zeldzaamheid: zeer zeldzaam / afwezig

Welke eigenschappen heeft een kikker?

De huid van kikkers is over het algemeen glad en vochtig. Kikkers hebben een afgeplat lichaam en sterke achterpoten. Deze achterpoten zijn aangepast voor springen. Kikkers hebben krachtige achterpoten met zwemvliezen tussen de tenen, wat hen in staat stelt om goed te zwemmen.

Kikkers zijn over het algemeen carnivoor en eten een verscheidenheid aan prooien, waaronder insecten, wormen en kleine ongewervelden. Ze vangen hun prooi met hun plakkerige tong. Kikkers ondergaan metamorfose, waarbij ze zich ontwikkelen van eitje tot larve (kikkervisje) en uiteindelijk tot volwassen kikker. Ze leggen hun eieren in water.

Mannelijke kikkers, waaronder de bruine kikker, staan bekend om hun karakteristieke roep tijdens het broedseizoen. De roep dient om vrouwtjes aan te trekken. Kikkers zijn te vinden in een verscheidenheid aan habitats, waaronder vijvers, poelen, moerassen, en graslanden. Ze hebben water nodig voor de voortplanting, maar veel soorten brengen ook een deel van hun leven op het land door.

In de winter houden kikkers een winterslaap (hibernatie) waarin ze inactief zijn en hun stofwisseling vertraagt. Ze zoeken vaak beschutte plekken, zoals modder op de bodem van vijvers.

Veelgestelde vragen over kikkers

Wat is het verschil tussen een kikker en een pad?

Kikkers en padden zijn beide amfibieën, maar ze behoren tot verschillende families binnen de klasse Amphibia. Ze lijken veel op elkaar, toch zijn er duidelijke verschillen. Kikkers kunnen goed springen. Padden kunnen dit absoluut niet. Als ze hun best doen komen ze niet verder dan een klein hopje. Dan is er nog een verschil; kikkers hebben een gladde en vaak mooi gekleurde huid. De huid van padden is bobbelig en meestal bruinachtig van kleur. Salamanders zijn ook makkelijk te herkennen. Ze hebben een lange staart en kunnen niet springen. 

Kikkers hebben slanke lichamen, lange achterpoten en grote, zwemvliezen aan hun achterpoten. Deze aanpassingen helpen hen bij het zwemmen. Padden hebben kortere achterpoten in vergelijking met kikkers en missen zwemvliezen. Hun lichaam is vaak platter en gedrongener.

Hoe help je kikkers overwinteren?

Tijdens en vooral na vorstperiodes worden regelmatig vondsten van dode kikkers gemeld. Deze waarnemingen worden nagenoeg allemaal gedaan in kunstmatige tuinvijvers. Bij aanhoudende vorst kan het water door een laag ijs meerdere dagen achtereen afgesloten zijn van de buitenlucht. Wil je weten wat je daaraan kunt doen? Lees verder > 

 

 

Wanneer is de kikkerdriltelling?

Je hoeft niet te wachten tot Pasen met eieren zoeken: RAVON organiseert namelijk ieder voorjaar de Landelijke Kikkerdriltelling! Je kunt kikkerdril tellen in je eigen tuinvijver, maar het mag natuurlijk ook buiten je tuin, in stadsvijvers, poelen of sloten. Het aantal eieren geeft namelijk een uitstekend beeld van het aantal voortplantende kikkervrouwtjes in je tuin. Vermenigvuldig het met twee (mannetjes tellen immers ook mee) en je hebt een mooie indicatie van het aantal kikkers in en rond je tuinvijver. Help je mee?

Kijk voor meer informatie: https://www.tuintelling.nl/evenementen/kikkerdriltelling.

Over RAVON

RAVON is een onafhankelijke kennisorganisatie die samen met vrijwilligers de inheemse reptielen, amfibieën en vissen beschermt. RAVON, FLORON en Paddenstoelenonderzoek Nederland zijn organisaties van Stichting Natuur Onderzoek Nederland.

Privacy statement

Geregistreerd bij

Logo ANBI

Telprojecten

Reptielen tellen
Amfibieën tellen
Vissen tellen

Partners

Doe mee

Word vrijwilliger
Word donateur
Doe een gift
Werkgroepen

Webshop

Contact

Telefoon: 024-7410600
Email: kantoor@ravon.nl
Contactpagina


Adres Natuurplaza
(gebouw Mercator III)
Toernooiveld 1 6525 ED
Nijmegen
Route

Vacatures

Back To Top